PDF-Watermerk/Stempel

Deze tool wordt gebruikt om tekst, afbeeldingen en geometrische vormen op PDF pagina's te stempelen. Het is ideaal om b.v. een bedrijfslogo of bedrijfsinformatie, zoals "Concept", "Vertrouwelijk" of "Kopie" in PDF's te stempelen. De GUI tool biedt hiertoe direct zichtbare mogelijkheden voor het definitieve stempelobject en kan vele basisobjecten aangeven, zoals tekst, afbeeldingen, geometrische vormen of zelfs de tekst van een andere PDF pagina.

Stempelcompositie

De GUI stempeltab wordt gebruikt om het stempelsjabloon samen te stellen door combinatie van verschillende stempels. De definitieve stempel, welke zal worden gebruikt om de PDF pagina's te stempelen, kan simpelweg een tekstobject zijn of een samenstel zijn van min of meer hetzelfde type of van verschillende stempelobjecten. Er is een mogelijkheid het stempelsjabloon op te slaan, zodat het later weer kan worden gebruikt voor verdere stempel- bewerkingen. Dit is een vereiste wanneer wordt gestempeld vanaf de opdrachtregel interface, aangezien deze interface alleen kan stempelen via een opgeslagen sjabloon.

Stamp/Watermark composition dialog screenshot

De beschikbare stempelobjecten zijn van het type:

De stempelsamenstelling is aanvullend gedaan, positionering, stempelobjecten met de hulp van een basis WYSIWYG (What You See Is What You Get) interface, tonende een mediapagina op A4 formaat. De verschillende stempeltypen hebben ieder hun eigenschappenvenster om de definitieve uitvoering van de stempel te tonen. Afmeting, schaal en kleuren zijn enkele voorbeelden van deze eigenschappen. In bovenstaande screenshotafbeelding is het tekststempel eigenschappenvenster zichtbaar.

Alle stempelobjecten hebben een aantal gelijke eigenschappen, maar niet alle worden gedeeld. Dit zijn:

Sommige eigenschappen, zoals schaal en grootte, gedragen zich anders dan normaal, indien deze instelling op nul (0) wordt gezet. Deze specifieke waarde instrueert de tool die waarde in te stellen, zoals de paginabreedte en/of -hoogte of de objectafmeting van deze paginauitbreidingen.

Objectregels voor lagen worden gebruikt indien er meer dan één stempelobject in gebruik is. Frontobjecten verbergen achterkantobjecten. De laagvolgorde kan worden gewijzigd, alsmede ook het wijzigen van de objectpositie in de lijst met stempelobjecten.

Instellen marges

De marge-tool, opgeroepen via de toolknop, wordt gebruikt om marges toe te voegen aan de te stempelen pagina. Verschaft tevens de mogelijkheid om blanco ruimte toe te voegen waar de stempel kan worden gepositioneerd, indien deze ruimte gewenst is. De marges hebben alleen effect op de paginatekst en hebben geen invloed op de positie van het stempelobject.

Er zijn twee mogelijkheden om marges toe te voegen aan de documentpagina, t.w. door de paginatekst te vergrootten c.q. te verkleinen of door wijzigen van het paginaformaat.

De eerste optie zal de ingestelde marge toevoegen door vergrootten c.q. te verkleinen van de reeds in de pagina te stempelen tekst. Deze optie behoudt het paginaformaat, maar zal de tekst van de pagina's verstoren indien de ingestelde marges allen verschillend zijn.

De tweede optie is nauwkeuriger indien extra ruimte is toegevoegd door het paginaformaat aan te passen.

Visuele hulpen worden getoond in de WYSIWYG interface om te helpen bij het positioneren van de stempelobjecten.

Dynamische tekstobjecten

Wanneer een tekstobject is geconfigureerd om als dynamisch tekstobject te worden behandeld door het checken van de dynamische controlebox van het tekstobject-eigenschappenvenster, zal de tool instructies geven de volgende door rechte haken omsloten constanten te interpreteren als referenties voor de dynamische tekstobjectenuitvoer.

Dynamic text use hint

Deze constanten zullen opnieuw worden geplaatst door de vermelde dynamische tekstobjectenuitvoer tijdens de stempelbewerking.

Slechts deze door haken omsloten toewijzingen worden gezien als dynamisch. Stempelobject composities kunnen ook statische tekst bevatten, b.v. Gestempeld [D] op [T] door [U]

De [X#] constanttoewijzing is een krachtig dynamisch object. Dit object is in staat externe applicaties te verzamelen met consoletekstoutput als bron van deze objecttekstoutput. Geconfigureerd in de Dynamische Stempeltekst- instellingen (zie hieronder), moet het # -teken worden herplaatst door de geconfigureerde externe applicatieindex ( [X1], [X2], etc.).

Dit object kan de geconfigureerde externe applicatie oproepen, zoals parameters, de bestandsnaam en het actuele paginanummer stempelen van het te stempelen document. Deze informatie kan worden gebruikt door de externe applicatie voor het benaderen van databanken of enige andere denkbeeldige operatie om tekst te verkrijgen ten behoeve van de stempel.

De [C#] constanten zijn alleen bruikbaar als de tool is aangeroepen via de opdrachtregel interface. Deze constante zal worden vervangen door het respectieve tekstitem, opgegeven in de "DynCustomText" parameter. Klik op hier onder voor verdere details.

In het Dynamische tekstobject eigenschappenvenster verschaft de knop "Configureer" toegang tot de Dynamische Tekststempelinstellingen.

Dynamic text settings screenshot

Deze dialoog wordt gebruikt om de diverse dynamische tekstobjecten te configureren. Kan tevens worden gebruikt om tijd- en datumformaten, Batesnummereigenschappen en externe applicatiekoppelingen in te stellen.

Deze instellingen worden opgeslagen met het stempelsjabloon. Andere opgeslagen stempelsjablonen kunnen een verschillende instelling hebben.

Paginastempelopties

De Bestanden tab wordt gebruikt om bestanden te controleren, welke onderworpen zullen gaan worden aan de stempelbewerking, definiëren van de te stempelen documentpagina's en het specificeren van de stempelmodus en de wijze waarin ze worden opgeslagen.

Stamp/Watermark stamp rules dialog screenshot

Standaard worden alle pagina's geselecteerd om te worden gestempeld, maar de velden van de Pagina's om te stempelen kolom kunnen worden bewerkt en aangepast voor de werkelijk te stempelen pagina's door de volgende regels toe te passen:

Stamp/Watermark page include rules hint help screenshot

De Eerst bekijken knop gebruikt het in de lijst geselecteerde bestand als bestand om het voorbeeldstempel te tonen, dus om te controleren hoe het huidige stempelsjabloon er uit gaat zien wanneer het gestempeld wordt in een bepaald bestand en om zekerheid te hebben dat het juiste bestand is geselecteerd alvorens op de Eerst bekijken knop te klikken.

Het stempelsjabloon wordt gedefinieerd voor het A4 paginaformaat, zoals getoond in de WYSIWYG output. De stempelmodus optie bepaalt hoe te handelen bij het stempelen van pagina's van verschillend formaat. De optie Pas aan pagina aan zal de schaal van de stempel aanpassen, groter danwel kleiner, om de verhoudingen van het stempelsjabloon te behouden. Indien de Behoud aspectratio optie is aangevinkt, zal alleen op de X-as de verhouding worden behouden, terwijl op de Y-as de aspectratio van het ontworpen stempelsjabloon wordt behouden. De schaal zal worden toegepast indien de Pas aan pagina aan optie niet is aangevinkt.

De bestandsopslagmodeselector laat u kiezen of het gestempelde bestand het originele bestand zal overschrijven, indien een backup van de originele bestanden is gemaakt of indien de gebruiker wil dat de gestempelde bestanden in een andere map worden opgeslagen.

Deze instellingen kunnen onafhankelijk van elkaar worden overschreven door de stempelbewerking, indien opgenomen in het opgeslagen sjabloon, door ze te definiëren vanuit het opgeslagen sjabloon met het extra-opties-dialoogvenster. Deze extra-opties-dialoog is toegankelijk via de Opties-knop, te vinden in de dialoog Opslaan.

Save template dialog extra options

Opdrachtregel interface:

Functienaam: Stamp
Opties: [] Optionele parameters
[StampRules=] - Geeft aan welke pagina's van het document gestempeld worden. Zie bovenstaande afbeelding voor de syntax.
[Template=] - Volledig pad naar een sjabloonbestand. Een sjabloonbestand is een vooraf gemaakt en opgeslagen stempel.
[OutputPath=] - Volledig pad waarin tekstbestanden worden geplaatst. Indien niet gespecificeerd, wordt het bronbestand gebruikt.
[-CreateBackup] - Indien ingeschakeld, maakt dit een backup-bestand
[DynCustomText=] - Om een stempelsjabloon te gebruiken dat dynamische tekstobjecten heeft die naar tekst verwijzen ([C#] constanten) en zijn doorgegeven in deze opdrachtregelparameter. De waarde van deze parameter moet een door komma's gescheiden lijst van tekstitems zijn. Een "DynCustomText='Item 1','Item 2','Item 3'", zal respectievelijk de [C1], [C2] en [C3] dynamische tekstconstanten vervangen.
[-s] - Stille modus. Uitvoering zonder verschijnen van de interface (alleen beschikbaar voor licentiehouders).
FilesList Lijst met PDF-bestanden voor stempelwerk. Bestandsscheiding door gebruik van punt/komma ";". Deze functie wordt gebruikt als laatste parameter.
 
Voorbeeld:
Rundll32 "c:\Program Files\PDF-ShellTools\PDFShellTools.dll",Stamp OutputPath=c:\Stamped stamprules=1 Template=c:\stamptemplates\MyLogo.stp C:\tmp\*.pdf
(c) 2006-2012 RTT